Afgelopen vrijdag brak de VO-raad, de koepel
van onderwijsbestuurders in het voortgezet onderwijs, de onderhandeligen over
een nieuwe cao af. Dat is wel ‘ns vaker gebeurd. Nieuw is dat de
onderwijswerkgevers de nu lopende cao nietig hebben verklaard. Voor een flinke
sector zijn er zo vanaf 1 augustus 2015 geen bindende regels meer. De vakbonden
signaleerden eerder al dat werkgevers zich dit jaar in het algemeen stevig, zo
niet agressief opstelden. Een ‘hete zomer’ wordt er daarom in ‘de polder’ voorspeld.
Dat valt nog te bezien. Maar de vraag dient zich aan: bestaat er eigenlijk wel
een onderwijspolder? En zo nee, hoe gaan we er voor zorgen dat iedereen in die
sector (weer) echt mag meepraten?
pseudopolder
In ons ‘poldermodel’ staan werkgevers en
werknemers elkaar niet naar het leven, maar werken zij samen. ‘Al eeuwen’, dat wil zeggen, sinds de Tweede Wereldoorlog
zoeken we zo een balans tussen verantwoord macro-economisch beleid en aanvaardbare
arbeidsvoorwaarden. Dat wil zeggen: in de marktsector.
In het publieke - en semi-publieke domein wordt sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw geprobeerd soorten van marktwerking te simuleren. Om daar handen en voeten aan te geven zijn onder andere in de zorg en in het onderwijs pseudo-polders drooggelegd. ‘Werkgevers’ in het onderwijs –verenigd in de zogenaamde sectorraden- onderhandelen met werknemers –‘verenigd’ in een vergaarbak van bonden – over arbeidsvoorwaarden. Dat gaat soms goed en soms ook niet – zo blijkt – maar dat is niet het werkelijke probleem. Het werkelijke probleem is dat die sectorraden vrijwel niets of niemand vertegenwoordigen, ja, de facto een verlengstuk van de overheid zelf zijn.
In het publieke - en semi-publieke domein wordt sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw geprobeerd soorten van marktwerking te simuleren. Om daar handen en voeten aan te geven zijn onder andere in de zorg en in het onderwijs pseudo-polders drooggelegd. ‘Werkgevers’ in het onderwijs –verenigd in de zogenaamde sectorraden- onderhandelen met werknemers –‘verenigd’ in een vergaarbak van bonden – over arbeidsvoorwaarden. Dat gaat soms goed en soms ook niet – zo blijkt – maar dat is niet het werkelijke probleem. Het werkelijke probleem is dat die sectorraden vrijwel niets of niemand vertegenwoordigen, ja, de facto een verlengstuk van de overheid zelf zijn.
mantelzorg
Sinds de komst van Paul Rosenmöller probeert
de VO-Raad zichzelf te framen als spreekbuis
van ‘het onderwijs’. Dat doet ze heel effectief, maar het is natuurlijk apekool.
VNO-NCW als dé vertegenwoordiger van ‘de economie’? MKB als dé stem van ‘de
marktsector’? Ga hengelen.
Voor de ene helft is de VO-raad een vereniging
van bestuurders – mannen in pakken op torenhoge niveau’s in gevaarlijk grote
organisaties, vaak zonder ‘krijt aan de jas’. Voor de andere helft wordt zij
rechtstreeks gefinancieerd door OC&W om beleid te ontwikkelen waar de
overheid zelf de creativiteit, de capaciteit of de bevoegdheid (!) niet toe
heeft. Tenslotte – maar dat geldt voor alle sectoren – is de nabijheid van de verenigde
bestuurders tot de politieke en de ambtelijke top, de personele overlap met
allerhande diensten en instituten in het 'onderwijsveld’ zo groot, dat met
recht van een onderwijsoligarchie gesproken kan worden. De VO-raad een polderpartij?
Een mantelorganisatie!
vriendschap
Leraren zijn niet in dienst van de overheid
maar van besturen. Die krijgen jaarlijks zakken geld om hun scholen toe te rusten,
onder andere ook met personeel. Als dat personeel klaagt wijzen de bestuurders
naar de overheid: ‘hunnie’ geven ons te weinig. De overheid kaatst die bal
terug: ‘zullie’ krijgen zat maar verdelen het verkeerd. Allebei hebben ze
gelijk maar beiden spreken slechts de halve waarheid: het ontbreekt hen,
overheid én besturen, te enenmale aan grip op de geldstromen. Jaarlijks lekken
tienallen miljoenen euro’s in het onderwijs weg. Ook de staatsecreatris weet
niet waarheen, maar hij heeft en houdt vertrouwen in ‘het veld’. Dat ‘veld',
de kleine kern van bestuurders dus, mag al met al lekker doormodderen
met gebrekkig toezicht, falende transparatie, het verder ‘uitregelen’ van
interne tegenspraak. Als dank onthouden ze zich er graag van, effectieve politieke
druk uit te oefenen – vrinden onder mekaar weet je…
flexleraar
Terwijl Paul Rosenmöller voor de bühne leuke pedagogische
plannetjes presenteert, proberen onderhandelaars van zijn VO-raad in de
achterkamertjes de effecten van zulk falend bestuur op de leraren af te
wentelen. Het loonbod was eerst 0,2% - inflatiecorrectie, niet meer dan dat. Na
zeven jaar nul-lijn en afgewaardeerde pensoenen lijkt dat mager, to say the
least. In de tweede ronde werd over ietsje meer gepraat – een nieuwe sigaar uit
eigen doos - en wel in ruil voor
verslechterde arbeidsvoorwaarden en een onslaught op de pensioenkassen. Ominieus is daarin vooral de aanslag op
medezeggenschap: in ruil voor iets meer geld verliezen leraren zeggenschap (‘hindermacht’ ) over hun werkomstandigheden.
In beleidsstukken heeft de politiek aldoor het beste met het onderwijs,
met leraren voor. Op het oog is er de
laatste jaren dan ook veel geïnvesteerd - dat wil zeggen: met gesloten beurzen binnen de begroting geschoven. Daar staat natuurlijk wel iets tegenover. Van leraren
wordt veel, ja, steeds meer verwacht. Ze moeten ‘professionals’ zijn of worden
en meer verantwoordelijkheid nemen. Het woord ‘eigenaarschap’ is het snoepje
van de week. Maar wat de overheid met
één hand geeft, halen haar pittbulls - de schoolbesturen – met de andere hand
weer weg. Dus werken leraren komend jaar wéér harder voor precies hetzelfde
geld: grotere klassen, meer taken, mogelijk dus ook minder inspraak. En: de flexleraar
staat eraan te komen.
uitpolderen
Zoals marktwerking in het funderende onderwijs
niet werkt en kan werken zo blijkt ook ‘polderen’ een groot probleem. De
grootste partij, de meest belangrijke, namelijk de leraren, zijn en worden vrij
structureel ‘uitgepolderd’; en wel door
werkgevers die helemaal geen werk geven,
maar dat alleen maar organiseren.
Namens ouders, namens de samenleving. Losgezongen van die oorspronkelijke opdracht als hoeders van het maatschappelijke
middenveld spelen schoolbesturen ‘bedrijfje’ op kosten van de overheid, op kosten van ons allen dus. In de
armoedige taal van zulk management zijn docenten in de eerste plaats een
kostenpost – de grootste zelfs op het budget. Niet op al die bullshit jobs die bestuurders zelf vervullen, natuurlijk niet, maar
op het echte werk, voor de klas, daar kan altijd op bezuinigd worden. Geen
centje pijn.
De bonden kunnen dit alles niet tegengaan. De top van de AoB, de grootste van de drie, zit zo lang al op een kluitje met de oligarchen dat die club haar rol nauwelijks nog serieus vervult. Voor het overige zijn de vakbonden versnipperd, machteloos, bloedeloos, en sowieso niet meer echt representatief; van serieuze tegenmacht kan in de pseudo-polder dus ook al geen sprake zijn.
De bonden kunnen dit alles niet tegengaan. De top van de AoB, de grootste van de drie, zit zo lang al op een kluitje met de oligarchen dat die club haar rol nauwelijks nog serieus vervult. Voor het overige zijn de vakbonden versnipperd, machteloos, bloedeloos, en sowieso niet meer echt representatief; van serieuze tegenmacht kan in de pseudo-polder dus ook al geen sprake zijn.
raden
Op de sociale media gonst het – nou ja, een beetje: we
zouden moeten staken. Ja, misschien zouden we dat inderdaad moeten doen. Leraren
worden niet geacht te staken, en doen het dus ook weinig. ’t Is immers een
roeping, geen beroep ?! Ik zal meedoen,
zeker. Maar ik zal niet staken vanwege het geld. De inzet van mijn protest zal
ontpoldering zijn. Weg met die flauwekul!
Laat de overheid direct in gesprek gaan met
een nieuw op te richten lerarenraad. Laat haar leraren en docenten direct of
via de gemeente een fatsoenlijk loon uitbetalen - dwz: iets dat overeenkomt met de reële werklast en het opleidingspeil. Laat bestuurders besturen,
zorg ervoor dat ze dat goed doen, dus controleer dat behoorlijk - ook / juist door externe partijen. Maak dat de
VO-raad wordt wat het is of zou moeten zijn: een gezellige sociëteit voor
gearriveerde directeuren en uitgediende politici. Maar laat een ordinaire elitaire lobbyclub niet buiten de
openbaarheid (mede) het onderwijsbeleid bepalen en/of ‘de markt’ van onderwijs
bestieren: ze zijn daartoe politiek en moreel onbevoegd, onbekwaam, en buitendien volstrekt
overbodig.
leuk blog? Deze was nog giftige - en beter: De IJzeren Wet van het Liberalisme
In Oktober in de handel: Het Alternatief 2: De Ladder naar Autonomie
Met daarin mijn bijdrage: Alle Macht aan de Raden? Management, Medezeggenschap, Maatschap.
leuk blog? Deze was nog giftige - en beter: De IJzeren Wet van het Liberalisme
In Oktober in de handel: Het Alternatief 2: De Ladder naar Autonomie
Met daarin mijn bijdrage: Alle Macht aan de Raden? Management, Medezeggenschap, Maatschap.
Lerarenraad? Gemeenten? Nog meer instituties in diezelfde polder! Met dezelfde representatieproblemen? Zoek de oplossing eerder in minder landelijke voorschriften, meer (tolerantie voor) lokale variatie en gemeenschappen op schoolniveau van leraren, ouders en vertegenwoordigers van lokale belangen.
BeantwoordenVerwijderen