... en de boter op ons hoofd
Veel krokodillentranen zijn er gisteren en vandaag geplengd over de toenemende ongelijkheid in het onderwijs. Begrijp me goed: de toestand is om te janken, maar dat is al heel lang zo. Wie gisteren 'verrast' was over de mate waarin ons onderwijsbestel ongelijkheid schept in plaats van kansen biedt heeft de afgelopen tien jaar of zitten suffen of heeft, in de woorden van Anja Vink, flink wat boter op z'n hoofd. Voor een deel namelijk is het verwijden van de kloof tussen hoog- en laagopgeleiden en hun kinderen het gevolg van beleid c.q. van een ernstig gebrek daaraan. Voor een ander deel zijn wij, onderwijsconsumenten, er allen zelf schuldig aan, hebben we allemaal dus boter op ons hoofd. Vandaar de krokodillentranen.
Veel krokodillentranen zijn er gisteren en vandaag geplengd over de toenemende ongelijkheid in het onderwijs. Begrijp me goed: de toestand is om te janken, maar dat is al heel lang zo. Wie gisteren 'verrast' was over de mate waarin ons onderwijsbestel ongelijkheid schept in plaats van kansen biedt heeft de afgelopen tien jaar of zitten suffen of heeft, in de woorden van Anja Vink, flink wat boter op z'n hoofd. Voor een deel namelijk is het verwijden van de kloof tussen hoog- en laagopgeleiden en hun kinderen het gevolg van beleid c.q. van een ernstig gebrek daaraan. Voor een ander deel zijn wij, onderwijsconsumenten, er allen zelf schuldig aan, hebben we allemaal dus boter op ons hoofd. Vandaar de krokodillentranen.
Over de oorzaken van
en de mogelijke oplossingsrichtingen voor het geconstateerde probleem
is in de laatste 48 uur al heel veel gezegd en geschreven. Ik ga dat
hier niet nog eens over doen. Wat me intrigeert is dat in de analyses
tot dusverre een aantal zaken taboe lijkt. Wezenlijk, bijvoorbeeld,
voor de manieren waarop segregatie zich in Nederland voordoet, is de
zogenaamde vrijheid van onderwijs. Maar die lijkt nog altijd niet ter
discussie te staan – ten onrechte.
Min of meer gekoppeld aan die vrijheid zit een besturingsprobleem: in welke mate is 'de politiek' überhaupt (nog) in staat het onderwijsveld te sturen? Dronkers e.a. (2016) stippen die vraag in hun jongste artikel zeker aan, maar werken een antwoord alleen schetsmatig uit. Hoe dan ook blijft dit bestuurlijke aspect in het publieke debat naar mijn gevoel onbelicht. Vandaar dat ik hier kort graag wat accenten wil zetten en, ja, uiteindelijk ook iets bij wil dragen aan de discussie over te volgen richtingen en paden.
vrijheid
Min of meer gekoppeld aan die vrijheid zit een besturingsprobleem: in welke mate is 'de politiek' überhaupt (nog) in staat het onderwijsveld te sturen? Dronkers e.a. (2016) stippen die vraag in hun jongste artikel zeker aan, maar werken een antwoord alleen schetsmatig uit. Hoe dan ook blijft dit bestuurlijke aspect in het publieke debat naar mijn gevoel onbelicht. Vandaar dat ik hier kort graag wat accenten wil zetten en, ja, uiteindelijk ook iets bij wil dragen aan de discussie over te volgen richtingen en paden.
vrijheid
Kansenongelijkheid
in het onderwijs is het resultaat van oneindig veel micro-processen
in een enorm complex systeem. Daarvoor is iedereen
medeverantwoordelijk en dus niemand aansprakelijk – behalve de
minister natuurlijk. Toch wijzen wij – en wijst ook die minister –
graag 'schuldigen' aan: zijn het niet de leraren die verkeerd
adviseren, dan zijn het wel die vervelende hoogopgeleiden die 'het
systeem' zo goed bespelen dat ze er voor hun kroost het beste
uitslepen. Arnold Jonk deed zelfs een appèl aan die hoogopgeleiden om
'verantwoordelijkheid' te nemen, en vooral toch de juiste, dat wil
zeggen, sociaaleconomisch correcte schoolkeuzes te maken. Ik weet
dat hij dat goed bedoelt, maar ik twijfel aan het effect ervan. Direct kreeg ik een visioen van
een soort sterrensysteem: nul sterren voor een categorale school,
één ster voor een langere brugperiode, twee voor brede
scholengemeenschappen, drie voor dakpanklassen, vier voor een
Middenschool – een soort omgekeerd excellentiecircus, uit te
besteden aan de bobo's van JOGG :) Maar alle gekheid op een stokje: ook in
een rol als duurzame schoolkiezer worden ouders primair aangesproken
als consument, als kritisch-berekenende afnemer van gratis publieke
diensten. En juist die rolopvatting is een belangrijk deel van het probleem zelf...
In de Grondwet staat
(artikel 23) dat “het geven van [] onderwijs vrij
[is], behoudens het toezicht van de overheid [].” Anders dan
de common sense dat wil, betekent dat helemaal niet dat ouders
vrijelijk kunnen kiezen op welke school ze hun koters doen. Het zijn
de scholen die vrij zijn in het bepalen van 'richting en inrichting'
van hun onderwijs. Ouders kunnen zelf scholen stichten, zeker, maar
die vrijheid was tot dusverre eng begrensd; en wat 'vrije' schoolkeuze
betreft: vooral buiten de grote steden viel en valt er over het algemeen
weinig echt te kiezen...
Pas na de
ontzuiling, gaandeweg de jaren '80 zijn ouders [in de steden] 'vrije
schoolkeus' als een recht gaan beschouwen. Sinds de late jaren '90 is
dit 'consumentisme' vervolgens bewust verder aangejaagd: op een
(quasi-)markt van vrij te kiezen scholen zouden
ouders-als-consumenten een belangrijke rol spelen in het efficient en
effectief maken van goed gemanagede scholen. Goed geïnformeerd door
cijfers en lijstjes zouden ouders op rationele gronden kiezen voor de
beste scholen, en het schoolsysteem als geheel zo op kunnen tillen in
de vaart der volkeren.
Boter
Boter
Hoogopgeleide ouders
hebben die boodschap goed begrepen en hebben het systeem ten volste
weten te benutten. Is het terecht om hen dat nu plots aan te wrijven?
Laat ik het bij mezelf houden: ik ben politiek progressief en een
groot voorstander van gemengde scholen. Maar ik bedrijf geen politiek
over de rug van mijn stief- en pleegkinderen, en kies dus, net als
duizenden anderen bewust voor de beste school voor het desbetreffende kind.
En ja, in de stad Utrecht betekent dat een witte school ten oosten
van de stad, of iets quasi-gemengds in de buitenwijken. En ja, dat betekent
heel hard trekken en duwen voor een vmbo-t-advies, omdat de knip
tussen dat wat daaronder en dat wat daarboven zit te hard is, het ene
schooltype inderdaad 'zwart', het andere 'wit' is. Ik heb daar best
mee geworsteld, mag je weten. Maar ja, zelfs als ik weet dat het op
een geaggregeerd niveau funest is, is dat op het kleinste niveau een
te rechtvaardigen keuze – wettig, invoelbaar, legitiem bovendien.
Confessionele
partijen ontstonden in en door de schoolstrijd. Zij zullen de
vrijheid van onderwijs – de oude interpretatie daarvan – daarom
met hand en tand verdedigen. Anno nu omarmen ook linkse en liberale
partijen haar – GroenLinks, PvdA, D66, VVD – en wel in de
libertaire gedaante van 'keuzevrijheid'. Politiek onhaalbaar, en dus
onbespreekbaar. Maar diezelfde vrijheid van onderwijs zorgt er
indirect ook voor dat 'de politiek' tamelijk machteloos staat om de
geconstateerde problemen rond tweedeling (en andere) effectief aan te
pakken. Het beste dat de
Minister kon bedenken, gisteren, was het verleggen van het moment van
de CITO-eindtoets. Twee jaar na de eerste verschuiving zal dat het
vertrouwen in consistent onderwijsbeleid in Nederland zeker vergoten.
Daarnaast, ik schreef het al, riep ze leraren op betere adviezen te
geven en ouders om bewuster keuzes te maken. Niet bepaald het
krachtige geluid dat je van nota bene een PvdA-minister zou verwachten, maar
veel meer kan ze ook eigenlijk niet...
Macht
Meerdere malen heb
ik al geageerd tegen te dominantie van besturen en sectorraden in de
zo overwoekerde onderwijspolder, ja, gepleit zelf voor een radicale
'ontpoldering' (Visser 2013, 2015a, 2015b). Wat hier van belang is,
is dat de 'spelers' in dit 'veld' (omgekeerd) op collectief niveau
heus goede bedoelingen kunnen hebben, maar dat de keuzes die
individuele schoolbesturen en schoollocaties maken parallel lopen aan
/ gericht zijn op die hoogopgeleide witte ouders. Naast duurzaam
kiezende ouders zouden we dus ook maatschappelijk verantwoord
ondernemende schoolbesturen moeten hebben. Een nieuw visioen van een
schoolbestuursgedragscode doemt hier op, maar ik heb er, net als bij
die ouders en bij de multinationals van Tabaksblatt, een tamelijk
hard hoofd in. Schoolbesturen, namelijk, zijn onder verwijzing naar
de 'vrijheid van onderwijs verregaand autonoom – immuun, zelfs, voor
politiek van het Haagse en de Gemeente.
Om het maar weer
dichtbij te houden: met flink wat Twitter-geweld heb ik het mede
voor elkaar gekregen dat de Staats zich recentelijk uitsprak tegen
besturen die van basisscholen een enkelvoudig schooladvies eisten.
Dat gaf me als burger best het gevoel van 'invloed', ja, van
'macht', maar het leverde mij en de kinderen in Utrecht natuurlijk
niks op: ondanks de aangenomen motie hielden de verzamelde
schoolbesturen in Utrecht dit jaar 'gewoon' vast aan hun beleidslijn
– over autonomie gesproken.
Vrijheid van
onderwijs als 'keuzevrijheid' voor ouders en autonomie van
schoolbesturen als clubjes van louter bestuurders (een
maatschappelijke basis hebben ze niet meer) dragen er samen toe bij
dat het onderwijslandschap verkaveld wordt: die scholen voor die
soort mensen, deze scholen voor ons soort mensen. Dat is – nogmaals
– niet het resultaat van kwade bedoelingen, maar een resultante van
duizenden op zichzelf rationele keuzes. Maar het is wel de grondslag
van wat vandaag terecht ook Het schandaal van Holland genoemd werd.
Dronkers e.a. (2016)
pleiten in het licht van dit schandaal voor een actievere, meer
sturende overheid die ook een stelselwijziging niet uit de weg gaat,
de macht van het 'middenveld' (de bestuurders) durft aan te kaarten
en het onderwijs niet langer als consumptiegoed maar als openbare
nutsvoorziening wenst te framen. Dat klinkt heel flink, maar
als het gaat om wat er nu gedaan kan worden blijft veel toch
hetzelfde. Overwegende dat late selectie (de Middenschool) net zo
goed nadelen heeft als de het vroege selectiemoment dat Nederland
kenmerkt, pleiten ze voor handhaving van het laatste, met meer
mogelijkheden voor kinderen om later nog door- en op te stromen. Het
is onduidelijk waarom het alternatief – late selectie met extra
voorzieningen voor slimme kinderen, bijvoorbeeld via het
kerncurriculum plus een vrijer deel a la Schnabel hier niet
wordt onderzocht of bepleit. Daarnaast blijft het nogal vaag hoe
onderwijs van een consumptiegoed weer een nutsvoorziening zou kunnen
worden. Gaat het hier ook om een mentaliteitsverandering – qua
bewuste consumenten en zo – of juist om een jakobijnse
verstatelijking van het veld? En wat precies doen we dan met het
middenveld dat geen echt middenveld meer is, maar alleen gestolde
belangen?
broederschap?
broederschap?
De islamitische
school bij mij om de hoek doet het goed, vooral doordat ouders,
anders dan op veel andere 'zwarte' scholen, bovengemiddeld betrokken
zijn. Zo was die vrijheid van onderwijs ooit bedoeld. Dat zou er
voor kunnen pleiten om de vrijheid te verruimen, zoals dat op het
moment qua wetgeving al in gang is gezet: geef ouders meer
mogelijkheden om op een andere grondslag andere scholen te stichten.
Ik vrees echter met groten vreze dat dat qua ongelijkheid precies
verkeerd om uit zal pakken: pedagogische tierlala voor lelieblanke
kindjes.
Tornen aan de
vrijheid van onderwijs is niet mogelijk – zelfs m'n eigen partij is
daar niet voor. Meer consumentisme (en meer 'maatwerk') speelt alleen
nog maar meer in de kaart van hen die toch al goed bedeeld zijn. Wat
overblijft is een vermaatschappelijking van scholen door een
heropleving of een herbezetting van het middenveld, met leraren,
ouders en ook kinderen en andere belanghebbenden in stad en streek
als (co-)producenten van onderwijs.
Moeten we het
onderwijs weer leren zien als 'nutsvoorziening', zoals Dronkers c.s.
bepleiten, dan zullen zij toch echt door stichtingen tot algemeen nut
moeten worden bestierd, en niet door de vrij zwevende besturen die dat
nu doen. Wie weet moeten we daarvoor de Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen ook weer nieuw leven inblazen :) Dat zal niet licht
gebeuren, maar in het huidige bestel zie ik dat als enige oplossing:
brede scholen in dorpen en wijken die onderwijs en zorg bewust
koppelen aan maatschappelijke doelstellingen en aan de behoeften van
de kinderen in die wijk of in dat dorp.
Daar schreef ik
eerder een pittig stuk over, dat allicht nog weinig is gelezen
(Visser 2015c).
Maar ja, woorden zijn natuurlijk ook maar woorden: op 23 september aanstaande organiseer ik samen met de Stichting Ouders en Onderwijs een mini-conferentie over coöperaties, maatschappen en verenigingen en mogelijk andere rechtsvormen in het onderwijs. Ik denk of hoop dat die het mogelijk kunnen maken onderwijs meer 'van iedereen' te maken, het bestel kunnen democratiseren en kunnen 'socialiseren'. Met behoud van vrijheid kunnen scholen zo allicht ook bijdragen aan meer gelijkheid en ja, ook aan broederschap.
Maar ja, woorden zijn natuurlijk ook maar woorden: op 23 september aanstaande organiseer ik samen met de Stichting Ouders en Onderwijs een mini-conferentie over coöperaties, maatschappen en verenigingen en mogelijk andere rechtsvormen in het onderwijs. Ik denk of hoop dat die het mogelijk kunnen maken onderwijs meer 'van iedereen' te maken, het bestel kunnen democratiseren en kunnen 'socialiseren'. Met behoud van vrijheid kunnen scholen zo allicht ook bijdragen aan meer gelijkheid en ja, ook aan broederschap.
Met dank aan
Professor Dronkers voor alle kritiek en steun in de afgelopen twee jaar
Utrecht, 15 april 2016
literatuur
Utrecht, 15 april 2016
literatuur
Dronkers, J., Elffers, L, Karsten, S., Van der Velden, R., Van de Werfhorst, H. (2016). Groeiende ongelijkheid vraagt om ingrijpen. Socialisme en Democratie 73 (2) 48 - 51 http://wbs.nl/system/files/dronkers_elffers_karsten_van_der_velden_van_de_werfhorst_-_groeiende_ongelijkheid_vraagt_om_ingrijpen_1.pdf
Visser, A. (2013). Marktfilosofie en Onderwijsutopie. Leraren tussen 'leefwereld' en 'systeem'. http://alderikvisser.blogspot.nl/2015/05/marktfilosofie-en-onderwijsutopie.html
Visser, A.; (2015a). Ontpolderen. http://alderikvisser.blogspot.nl/2015/07/ontpolderen.html
Visser, A. (2015b). Huizen en Scholen. http://alderikvisser.blogspot.nl/2015/10/huizen-en-scholen.html
Visser, A. (2015c). Alle macht aan de raden! Over Management, Medezegen schap en Maatschap. Kneyber, R., Evers, J. (red.) Het Alternatief II. De ladder naar Autonomie. Culemborg: Phronèse
Visser, A. (2013). Marktfilosofie en Onderwijsutopie. Leraren tussen 'leefwereld' en 'systeem'. http://alderikvisser.blogspot.nl/2015/05/marktfilosofie-en-onderwijsutopie.html
Visser, A.; (2015a). Ontpolderen. http://alderikvisser.blogspot.nl/2015/07/ontpolderen.html
Visser, A. (2015b). Huizen en Scholen. http://alderikvisser.blogspot.nl/2015/10/huizen-en-scholen.html
Visser, A. (2015c). Alle macht aan de raden! Over Management, Medezegen schap en Maatschap. Kneyber, R., Evers, J. (red.) Het Alternatief II. De ladder naar Autonomie. Culemborg: Phronèse
Geen opmerkingen:
Een reactie posten