Vorige week zat het er al aan te komen. De jongste was twee dagen ziek geweest, maar ook weer terug naar school gestuurd met een restje van een hoest. Na de maatregelen van donderdag bleef hij vrijdag toch maar weer thuis. Sinds maandag geldt dat voor allebei de jongens: de scholen in Nederland zijn dicht. Zelf mag ik niet meer reizen en ook het kantoor is nu op slot. Mijn vrouw kan vanwege Corona en ook andere dingen haar werk niet meer doen. En dus zitten we thuis en begeleiden we de jongens bij hun (t)huiswerk – zo goed en zo kwaad als dat kan.
Maandag was het moeilijk en onrustig. Zonder instructies en werk van school hebben we zelf maar een soort van programmaatje opgesteld. Lezen, rekenen, staal, maar ook lentekriebels en emoties – we hebben net de boeken van Stine Jensen in huis gehaald. Goede bedoelingen dus, maar ja, op maandagochtend deden die er nog niet zo toe. Herkenbaarheid, structuur en een prikkelarme omgeving, dat is wat de jongens nodig hebben en ‘willen’, maar in de nieuwe ‘thuisschool’ was dat niet zomaar gevonden of gemaakt. Pfoeh.
Op dinsdag kwam school A met werk voor de oudste: digitale oefenmodules in de ELO. Die waren binnen een dag al (bijna) gedaan, en verrieden een verbazend laag ambitieniveau. Ja, de jongen zit op so en heeft moeite met sommige dingen. Nee, hij zit niet op alle vlakken op een laag niveau, en thuis, in een rustige omgeving, gaat het met enige begeleiding best heel goed c.q. echt veel beter
Op woensdag konden we bij school B boeken en werkboeken ophalen, met instructies voor elke dag. De jongste klaagde op voorhand al dat hij die boeken niet zo zag zitten: heel erg saai... Inderdaad maakte hij al het opgegeven werk voor drie dagen binnen een paar uur bijna foutloos, en moesten we hem alsnog alle andere dagen met andere opdrachten aan de gang zien te houden. Eerlijkheidshalve: zogenoemd ‘pluswerk’ was er ook. Dat zijn opdrachten waarmee goede leerlingen in de regel ’geparkeerd’ worden om zelf hun eigen ‘ding’ te kunnen doen. Dat lukte de jongste soms wel, maar vaak ook niet, domweg doordat de instructie bij die taken vaag, onvolledig of ronduit foutief was. Verbijsterend wat commerciële partijen aan scholen aansmeren c.q. wat docenten leerlingen onbereflecteerd en onbegeleid laten doen, dat kan alleen maar tot frustratie leiden…
Vanaf woensdag zat het ritme en de structuur er goed in: van 08.30 tot 14.00 zijn de kids onder begeleiding bezig met hun schoolwerk c.q. doen wij met hen wat interessante inhoudelijke dansjes. Het lukte me in die dagen zowaar om ook wat focus te hebben op m’n eigen werkzaamheden. En dus stelden we vrijdag met het hele gezin vast dat het best een fijne week geweest was, waarin zowel wij als de jongens heel veel geleerd hebben: over seks, Engels, emoties, organisatie, Natuurkunde, didactiek, Geschiedenis, spelling, rekenen, Aardrijkskunde, enzovoorts. En we, met alle beperkingen, ook heel erg veel lol hebben beleefd aan het leren, lesgeven en op een kluitje leven.
Op de (social) media is er veel waardering voor docenten die hun werk in een paar dagen omgetoverd zouden hebben in (digitaal) afstandsonderwijs. Dat is vast terecht, maar zelf heb ik daar weinig c.q. niet de beste voorbeelden van gezien. In mijn perspectief hebben we als gezin vooral zelf enorm hard de zeilen bij moeten zetten, en verduveld veel moeten overcompenseren voor wat de scholen van de jongens niet leveren. Ik weet dat ik nu klink als een ontevreden consument. Wat betreft school B is dat zeker zo: inspelen op de leerbehoeften van slimme kinderen lukt ze niet, en erg veel franje in het curriculum is er ook niet. Maar heel in het algemeen ben ik meer verwonderd dan chagrijnig en stel ik – bij wijze van hypothese – vast :
a) dat thuisonderwijs (deze eerste week) qua schools leren effectiever leek dan schools leren
b) dat dat niet alleen of zozeer het (afstands)onderwijsaanbod betreft, maar ook hetgeen ouders of verzorgers aan extra inspanningen willen bieden
c) dat afstandsonderwijs dus mogelijk leidt tot een verscherping van de kloof tussen kinderen van ouders met meer en minder hoge verwachtingen c.q. begeleidingsvaardigheden.
In de discussie bleek ook dat de opstelling van scholen nogal verschilt. Sommige kiezen ervoor – met het oog op ongelijkheid of om welke redenen dan ook – om de kinderen alleen nog maar te laten herhalen. Anderen gaan moedig voorwaarts met lesgeven, dus inclusief nieuwe stof. Als ouder zou ik optie 1 niet pikken (dat wil zeggen: ook niet volhouden), dus zou ik zelf gaan zorgen voor 2. Maar hoe dan ook: het betekent mogelijk dat niet alleen de verschillen tussen leerlingen, maar ook de verschillen tussen scholen de komende weken zullen toenemen. Voer voor onderzoekers – en zorg voor ons allen.
wordt vervolgd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten